.

Kamis, 21 Juni 2012

Een stuk China in Nederlandsch-Indie



NVHN

Een stuk China in Nederlandsch-Indie
Het Visscherijbedrijf te Bagansiapiapi op Sumatra’s Oostkust

This story is told by Reporter "Z" in 1930.

Weinigen onder uwe lezer zullen er eenig idee van hebben welk een belangrijke plaats Bagansiapiapi is, gelegen op Sumatra’s Oostkust aan de mond van de Rokan rivier.  Dit is trouwen niet te verwonderen, als men nagaat, dat de meesten op de Oostkust zelf er niet  veel meer  van weten  , dan dat  er visch  vandaan komt.  Door toevallige omstandigheden   was ik deze  plaats persoonlijk  te bezoeken   en wil hierbij eenige  indrukken weergeven.

Van Medan gaat de reis  eerst per trein  van de D.S.M. (Deli Spoor Mij.)  naar Tandjong Balei, om in laatst genoemde plaats aan boord te gaan van een klein K.P.M.-bootje van slechts 300 ton.  Het vertrek van daar hangt nauw aamen met het getij en ditmaal was het’s avonds 8 uur, toen wij vertrokken.  Het zijn van die gemoedelijke  schuitjes, ik zou bijna  zeggen, nog min  of meer primitief, wegens de beperkte ruimte die bovendien geheel op vervoer van vracht is berekend.  Eetzeel, bridgetafel, bittertafel,  conversatiezaal, dat alles is vereenigd in den brug van het schip, waar de kapitein tegelijkertijd  voor de richtige   navigatie zorgt!   Een tegenstelling  met de luxe scheeps bouw  van deze tijden. En  toch wil ik niet  zeggen, dat zulke  reisjes met die kleine kust booten ongezellig zijn,  integendeel!  
8 uur morgens arriveeren wij in Laboeanbilik, aan de breede monding  van de Panei,  deze plaats is nog in opkomst als op – en Zuiden van Asahan, waar de “Good Year” Rubber Coy haar  “Wing Foot” – plantages  begonnen is een “ook andere rubber maatschappijen haar ontginningen hebben.
Na tegen den middag van Laboeanbilik te zijn vertrokken, komen wij tegen  het middernaschtelijk uur te bagansiapiapi aan,  wat al van  verre te merken  is aan de door dringende  vischlucht, die ons  tegemoet  waait ’t is ons ‘n  raadsel, hoe  de loods  door  al die  sero’s  (soort fulk van enorme  afmetingen)  weet heen  te varen,  daar zij wel een  nummer  dragen, maar niet verlicht zijn.  Wij blijven  op de ree liggen  en een  ooverdoovend  kabaal, een  vechten  en schelden, alles in het Chineesch,  waarvan  wij niets snappen  is het “welkom” op Bagan!  Het zijn prauw voerders, die om lading komen voor het verdere  transport naar  den wal,  en aangezien  er niet voldoende  is, om alle prauwen  te vullen, is deze strijd  begrijpelijk: wie het eerst komt,  het eerst maalt, en velen  van de laatsten behoeven  heelemaal niet te malen! 
In den vroegen morgen gaan wij aan wal, om eens op ons gemak dit typisch stukje  China te bezichtigen. Alles houten  huizen, op palen gebouwd. De stijgers steken hoog boven ons uit  wegens  het groote vershil van den waterstand bij hoog – en laagtij.
In tegenstelling  met andere deelen van Nederlandsch-Indie, hebben wij hier een bijna uitsluitend  Chineesche bevolking, vrijwel  geisoleerd, zijn eigen Chineesch laventje leidend, zonder vaak met den “overwal”  in aanraking  te komen. 
Chineesch  is hier de voertaal. Meleisch kent men bijna  niet. Het handels contact met de  recht streeks mogelijk, doch alleen via Chineesche-agenten, die als tusschen persoon optreden.

...................................................

De remises,  welke te Bagan van de diverse afzetmarkten binnen komen als de equivalent van 11510000 kg visch.  In 1929 van Singapore  slechts het equivalent  van 1590000kg in 1929  van de verdere  buiten bezittingen slechts het equivalent van 400000kg.

.................................................................


thanks to Mr.Z, 
I appreciate Your work to
telling all of about the social situation at 
that time.. 

Bagansiapiapi, 21 Juni 2012

Tressi A Hendraparya
rioembeer@yahoo.com

2 komentar: