NVHN
Een stuk China
in Nederlandsch-Indie
Het Visscherijbedrijf te Bagansiapiapi op Sumatra’s
Oostkust
This story is told by Reporter "Z" in 1930.
Weinigen onder uwe lezer zullen er eenig idee van
hebben welk een belangrijke plaats Bagansiapiapi is, gelegen op Sumatra’s
Oostkust aan de mond van de Rokan rivier.
Dit is trouwen niet te verwonderen, als men nagaat, dat de meesten op de
Oostkust zelf er niet veel meer van weten
, dan dat er visch vandaan komt.
Door toevallige omstandigheden
was ik deze plaats
persoonlijk te bezoeken en wil hierbij eenige indrukken weergeven.
Van Medan gaat de reis eerst per trein van de D.S.M. (Deli Spoor Mij.) naar Tandjong Balei, om in laatst genoemde
plaats aan boord te gaan van een klein K.P.M.-bootje van slechts 300 ton. Het vertrek van daar hangt nauw aamen met het
getij en ditmaal was het’s avonds 8 uur, toen wij vertrokken. Het zijn van die gemoedelijke schuitjes, ik zou bijna zeggen, nog min of meer primitief, wegens de beperkte ruimte
die bovendien geheel op vervoer van vracht is berekend. Eetzeel, bridgetafel, bittertafel, conversatiezaal, dat alles is vereenigd in
den brug van het schip, waar de kapitein tegelijkertijd voor de richtige navigatie zorgt! Een tegenstelling met de luxe scheeps bouw van deze tijden. En toch wil ik niet zeggen, dat zulke reisjes met die kleine kust booten ongezellig
zijn, integendeel!
8 uur morgens arriveeren wij in Laboeanbilik, aan
de breede monding van de Panei, deze plaats is nog in opkomst als op – en
Zuiden van Asahan, waar de “Good Year” Rubber Coy haar “Wing Foot” – plantages begonnen is een “ook andere rubber
maatschappijen haar ontginningen hebben.
Na tegen den middag van Laboeanbilik te zijn
vertrokken, komen wij tegen het
middernaschtelijk uur te bagansiapiapi aan,
wat al van verre te merken is aan de door dringende vischlucht, die ons tegemoet
waait ’t is ons ‘n raadsel,
hoe de loods door
al die sero’s (soort fulk van enorme afmetingen)
weet heen te varen, daar zij wel een nummer
dragen, maar niet verlicht zijn.
Wij blijven op de ree liggen en een
ooverdoovend kabaal, een vechten
en schelden, alles in het Chineesch,
waarvan wij niets snappen is het “welkom” op Bagan! Het zijn prauw voerders, die om lading komen
voor het verdere transport naar den wal,
en aangezien er niet
voldoende is, om alle prauwen te vullen, is deze strijd begrijpelijk: wie het eerst komt, het eerst maalt, en velen van de laatsten behoeven heelemaal niet te malen!
In den vroegen morgen gaan wij aan wal, om eens op
ons gemak dit typisch stukje China te
bezichtigen. Alles houten huizen, op
palen gebouwd. De stijgers steken hoog boven ons uit wegens
het groote vershil van den waterstand bij hoog – en laagtij.
In tegenstelling
met andere deelen van Nederlandsch-Indie, hebben wij hier een bijna
uitsluitend Chineesche bevolking,
vrijwel geisoleerd, zijn eigen Chineesch
laventje leidend, zonder vaak met den “overwal”
in aanraking te komen.
Chineesch
is hier de voertaal. Meleisch kent men bijna niet. Het handels contact met de recht streeks mogelijk, doch alleen via
Chineesche-agenten, die als tusschen persoon optreden.
...................................................
De remises, welke te Bagan van de diverse afzetmarkten binnen komen als de equivalent van 11510000 kg visch. In 1929 van Singapore slechts het equivalent van 1590000kg in 1929 van de verdere buiten bezittingen slechts het equivalent van 400000kg.
Z
thanks to Mr.Z,
I appreciate Your work to
telling all of about the social situation at
that time..
Bagansiapiapi, 21 Juni 2012
Tressi A Hendraparya
rioembeer@yahoo.com
Bagansiapiapi, 21 Juni 2012
Tressi A Hendraparya
rioembeer@yahoo.com
Salut untuk Pak Tressi
BalasHapusSalut untuk Pak Tressi
BalasHapus